woensdag 27 januari 2016

De vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad

Ik was gisteren het scheppingsverhaal, en het verhaal van de val van de mens  aan het lezen toen God mij  een openbaring gaf. Ik vond het maar een raar idee dat Adam en Eva, voor ze van de boom aten, geen kennis van goed en kwaad hadden. Ik dacht, als ik die kennis niet zou hebben zou ik me niet volwaardig mens voelen. Adam en Eva waren juist de meest perfecte en krachtige mensen, dus ik vroeg aan de Heilige Geest hoe ik hiertegen aan moest kijken.

Het eerste wat God mij openbaarde was dat Adam en Eva wel degelijk wisten wat goed was. Ze leefden immers in een perfecte wereld, in de tegenwoordigheid van God. Ze werden continue met het goede geconfronteerd. Het kwaad hadden ze nog nooit gezien en nog nooit ervaren, het goede wel. Het kwaad was op dat moment volledig buiten de mens. De strijd tussen goed en kwaad was in het geheel tussen God en Satan, de mensen hadden niks te maken met het conflict tussen God en Satan. Adam en Eva hadden dus nog nooit een aanraking gehad met het kwaad, en waren ook niet bestemd om die te hebben, er was dus ook geen enkele reden voor Adam en Eva om kennis te moeten hebben van het kwaad.

Adam en Eva regeerden over de aarde en over de beesten vanuit hun identiteit, niet vanuit bepalingen over wat wel en niet goed was. Adam en Eva hadden een feilloos, onbevlekt vermogen om te bepalen wat er moest gebeuren. Ze waren volledig in God. En God bekrachtigde hun met de macht die ze nodig hadden om te heersen.

De boom van kennis van goed en kwaad was niet volledig in God. Deze boom had de macht het hart van Satan te openbaren aan mensen. Als mensen van de boom zouden eten zouden zij immers kennis krijgen van goed en kwaad. Machtswellust, overheersing en egocentrimse zouden tegenover liefde komen te staan. Voor dat Adam en Eva van de boom aten kenden ze deze negatieve bergippen niet, en hadden ze alleen de liefde om uit te kiezen.

Doordat de mens van de boom at kon de mens onderscheiden wat van God kwam en wat van Satan en moesten ze kiezen in plaats van op God te vertrouwen. Hun identiteit en positie was volledig afhankelijk van God, maar de mens maakte zich in zijn afhankelijkheid los van God, waardoor ze hun positie en macht over de aarde verloren aan de Satan, die immers van zichzelf sterker is dan mensen. De mens wandelde uit Gods bescherming, en Satan greep zijn kans om de mensen te onderwerpen. Geen keuzes of vrijheid, maar slavernij aan de zonde, het hart van Satan.

De boom van kennis van goed en kwaad heeft de oude mens tot leven gewekt, die steeds moet kiezen of hij goed of kwaad wil doen. Doordat de oude mens in slavernij aan de zonde vast zit kan hij uit zichzelf niet kiezen voor het goede. Aan het kruis is de situatie voor het eten van de vrucht hersteld. We kunnen weer op God vertrouwen, hij heeft onze identiteit hersteld en we hoeven niet meer zelf onderscheid te maken en te kiezen.  Daarom hoeven we ons totaal geen zorgen te maken over alles wat nog fout gaat aan zonden in onze levens. Het enige waar we ons zorgen over moeten maken is of wij weten wie we zijn. Als we dat weten zal je zondige natuur je steeds meer verlaten. Machtswellust, egocentrisme, overheersing en alle andere negatieve principes verliezen hun macht over je als jij weet wie je echt bent! Het kruis heeft ons niet de macht gegeven om zelf het goede te kunnen kiezen, het heeft ons de mogelijkheid gegeven om weer terug te keren in afhankelijkheid aan God.

dinsdag 5 januari 2016

Identiteit 2.0 delen in Jezus zijn heerschappij.

In mijn vorige blog heb ik geschreven over wie en wat wij als mensen zijn. In deze blog wil ik verder in gaan op wat het kruis heeft verandert aan onze identiteit. Aan het kruis is veel verandert, waaronder onze positie. Toen Adam de eerste zonde beging verloren wij onze vader en werden wij geestelijke wezen. Na de zondeval kwam de wet, die als voogd was aangesteld om te waken over ons. Aan het kruis werd de situatie voor de zondeval hersteld, vandaar dat Jezus ook wel de tweede Adam genoemd wordt. Adam maakte ons allen wees, Jezus maakte ons weer zonen en dochters.

De term zoon komt dus zowel ons, als Jezus toe. Dat is interessant want dat betekent dat Jezus onze broer is, net zoals wij elkaars broers en zussen zijn. Jezus heeft als het ware aan het kruis zijn kleine broertjes en zusjes terug gewonnen voor zijn vader. Nu wij weer broers en zussen zijn van Jezus is onze erfenis ook hersteld. Als wij niet zouden delen in de erfenis van onze Vader zou ons zoon en dochterschap niet volledig zijn. Dit betekent dat wij delen in dezelfde erfenis als de erfenis van Jezus, want wij hebben immers dezelfde vader als Jezus. Jezus zijn erfenis is dus ook onze erfenis!

De erfenis van Jezus in de eerste plaats een identiteit. De bijbel leert ons dat de Vader Jezus aangesteld heeft boven al het andere. Boven machten, geesten, hemel en aarde en alles wat wij niet kennen. Het koningschap dat Jezus heeft geërfd is dus niet alleen een koningschap over de aarde, of over de overwonnen duisternis, het is zelfs niet een koningschap dat nog moet komen. Op dit moment is Jezus koning over alles wat bestaat. Dat is zijn identiteit.

De identiteit van Adam voor de zondeval is dezelfde als die van Jezus, Jezus heeft immers hersteld wat in de eerste plaats al van ons was. In Genesis staat dat Adam de heerschappij over de schepping werd gegeven, die heerschappij heeft Jezus terug gewonnen en deelt hij met ons. Jezus zijn koningschap is dus ook ons koningschap! En dat is niet een vaag begrip, of iets wat alleen in het geestelijke geld, in het natuurlijke hier op aarde is het de bedoeling dat wij koningen en koninginnen zijn. Dat is immers onze identiteit, de essentie van ons wezen!

Hemels koningschap lijkt in niets op aards koningschap. Bij het begrip koningschap denken wij in de eerste plaats aan macht, dominantie en controle. Dat heeft helemaal niets te maken met hemels koningschap. Het is de grootste wens van de vader dat al zijn schepsels volledig tot hun recht komen, zoals ze zijn gemaakt. De Vader is op geen enkele manier dominant! Dominantie komt voort uit angst de controle te verliezen, en daar is de Vader totaal niet bang voor. Gods almacht komt het beste tot uitdrukking in het totale gebrek aan dominantie in zijn koninkrijk. Gods koningschap draait om zijn schepsels tot bloei te laten komen. Zoals een tuinman een bloementuin wil laten bloeien, zo wil God zijn schepsels tot bloei laten komen.
De invloed van een hemelse koning komt dus niet door dominantie, maar door beïnvloeding. Een hemelse koning brengt mensen in een positie waarin ze opbloeien zonder de angst te hebben dat hij of zij zelf niet genoeg ruimte krijgt. Dit vereist een dienende levensstijl zonder angst of afgunst.

Een ander aspect van koningschap is rijkdom. Arme koningen bestaan niet, zeker niet in Gods koninkrijk! Een koning heeft de beschikking over alle middelen die hij nodig heeft om tot zijn doel te komen. Dit aspect van koningschap kunnen we bijvoorbeeld heel duidelijk zien in de wonderbare spijziging. Als Jezus de discipelen vraagt om voor eten te zorgen denken die vanuit tekort, ''wij hebben slechts vijf broden en twee vissen'', Jezus denkt echter vanuit hemels koningschap en geeft de hele menigte te eten met die vijf broden en twee vissen. Een ander voorbeeld is als Jezus belasting moet betalen dat hij niet heeft. Hij stuurt een van zijn discipelen uit vissen, en die vindt de belasting in een vis. Jezus had nooit te weinig middelen om tot bloei te komen, of om tot zijn recht te komen. Jezus was zich bewust van zijn positie in de hemel, en van de rijkdom van zijn hemelse Vader.

Ons koningschap is net als die van Jezus een hemels koningschap dat hier op aarde tastbaar moet worden. Wij zijn niet minder koning dan Jezus, daarmee zou God zichzelf alleen maar in zijn voet schieten. Wij hebben toegang tot dezelfde schatkamers, om dezelfde dingen te doen als Jezus. Als je dus wordt geconfronteerd met een aardse situatie, breng die onder de heerschappij van de hemel, denk niet vanuit tekort maar vanuit wat de Vader beschikbaar heeft, en heers over je omstandigheden. Laat je niet langer beïnvloeden door angst, maar beïnvloed zelf!